Aphros Vinhao
Vinho verde, Portugal
Fabrizio Vella Bianco
Sicilië, Italië
I Pentri l'Amore delle Api
Campania, Italië
Leonardo Bussoletti Mau
Umbrië, Italië
Testalonga Baby Bandito Cinsault
Swartland, Zuid-afrika
Buchmayer Pinot Noir
Weinviertel, Oostenrijk
I Pentri Falanghina Monte Cigno
Campania, Italië
Soif Art Rouge
Côtes du tarn, Frankrijk
Buchmayer Pet Nat Sauvignon Blanc
Weinviertel, Oostenrijk
Les Hauts de Joyan Sauvignon Gris
Périgord, Frankrijk
Fabrizio Vella Nero d'Avola
Sicilië, Italië
Fabrizio Vella Catarratto
Sicilië, Italië
Soto Manrique La Transicion Rosado
Cebreros, Spanje
Testalonga Baby Bandito Chenin Blanc
Swartland, Zuid-afrika
Alta Alella Bruant
Alella, Spanje
Soto Manrique La Transicion Orange
Cebreros, Spanje
Nando Rebula Blue label
Primorska, Slovenië
Piedra Fluida Blanco
Tenerife, Spanje
Fabrizio Vella Rosso
Sicilië, Italië
Kobal Bajta Petnat Rosé
Stajerska, Slovenië
Nando Jakot Blue label
Primorska, Slovenië
Les Encuvés Blanc
Elzas, Frankrijk
Aphros Loureiro
Vinho verde, Portugal
Er zijn geen officiële regels voor het maken van natuurwijn. Dit betekent dat een wijnmaker zijn wijn natuurwijn zou kunnen noemen ondanks dat hij er misschien niets anders aan doet dan zijn buurman. Toch is er een algemeen consensus over wanneer een wijn een natuurwijn kan worden genoemd. Meeste wijnboeren zijn het erover eens dat een natuurwijn gemaakt moet worden op biologische of biodynamische werkwijze. Ze moeten de druiven plukken met de hand en vergisten met wilde gisten. Dit zijn gistcellen die al voorkomen in de wijnkelder of op de druif. Er wordt niets toegevoegd aan de wijn, zoals suikers of zuren, behalve in kleine maten mogelijk sulfiet. De wijnboer maakt geen ingrepen die invloed hebben op het karakter van de wijn (denk bijvoorbeeld aan houtopvoeding), en klaren en filteren hun wijn niet of nauwelijks.
De gedachte achter natuurwijn is dat de natuur zoveel mogelijk zijn eigen gang kan gaan. Natuurlijk moet je als wijnboer altijd nog iets doen bij wijn, zoals de druiven plukken en deze naar een tank of vat verplaatsen. Je kan dus niet de wijn helemaal met rust laten, maar je kan wel zo min mogelijk de wijn beïnvloeden. Dit doe je door geen gistcellen toe te voegen en ook niet in te grijpen in de smaak van de wijn. Als wijnboer kan je ervoor kiezen om de most (onvergiste druivensap) aan te zuren of suikeren. Of juist te ontzuren. Bij een natuurwijn zal dit niet gebeuren. De wijn smaakt zoals hij smaakt, daar hoeven geen chemische of natuurlijke ingrepen bij worden gedaan. Ook sulfieten worden dus zo min mogelijk tot niet toegevoegd aan de wijn.
Bij natuurwijnen filteren de wijnboeren niet of nauwelijks hun wijn. De wijn blijft hierdoor een beetje troebel. Na de vergisting zitten er allemaal kleine deeltjes in de wijn. Dit wordt meestal geklaard en daarna wordt de wijn gefilterd om de laatste kleine deeltjes uit de wijn te verwijderen. Door de wijn niet te filteren, blijven de deeltjes zoals dode gistcellen in de wijn zitten. Deze geven wat smaak af aan de wijn en de wijn krijgt wat extra body hierdoor. Natuurwijn kan hierdoor ook wat anders smaken dan dat je gewend bent van een gefilterde wijn.
Meeste mensen denken dat natuurwijn altijd een beetje naar aarde smaakt. Dit hoeft helemaal niet het geval te zijn. Net als bij gewone wijnen hangt de smaak enorm af van veel verschillende omstandigheden. Zo maakt het uit welk druivenras je gebruikt en waar de wijn vandaan komt. Vaak hebben natuurwijnen wel door de dode gistcellen iets meer body dan hun ‘gewone’ tegenhanger. Tonen van stro, zand of aarde kunnen het gevolg zijn van deze rijping, maar dit is lang niet altijd het geval. Hierdoor is wel het stereotype ontstaan van natuurwijn.
Natuurwijn herkennen kan erg lastig zijn. Meestal staat er niet ‘natuurwijn’ of ‘vin nature’ op de fles. Toch zijn er een aantal dingen waardoor je natuurwijn zou kunnen herkennen. Het eerste om op te letten, is of de wijn biologisch gecertificeerd is. Van het etiket kun je ook soms nog wat informatie halen. Sommige wijnboeren kiezen ervoor om ‘not filtered’ of een variant ervan op de fles te zetten. Dit geeft vaak al aan dat de wijn natuurlijk wordt gemaakt. Ook zetten wijnboeren graag op hun fles als ze geen sulfieten hebben gebruikt. ‘No added sulfite’ of ‘sans sulfite ajouté’ staat dan op de fles erbij. Omdat er altijd iets aan sulfiet in de wijn zit, zal er altijd ‘geen toegevoegd sulfiet’ worden vermeld ipv ‘geen sulfiet’.